In en om Assen





Over galg en rad; exectieplaatsen in Drenthe


Dit voorjaar zijn in de rechtbank te Assen de eerste exemplaren van het boek Over galg en rad - executieplaatsen in Drenthe gepresenteerd aan de president van de rechtbank, de hoofdofficier van justitie en de burgemeester van Assen. Het boek vormt deel 2 in de reeks Erfgoed in Drenthe. Het is geschreven door meerdere auteurs en gaat over plaatsen waar mensen door de overheid opgelegde lijfstraffe hebben ondergaan, geëxecuteerd zijn of waar hun levenloze lichamen ter lering en afschrikking tentoongesteld werden


Foto links: De Galgenberg van Westerbork


Executies als een soort 'theater van de afschrikking'

Vroeger kon je nog echt opgroeien voor galg en rad. Die galg spreekt voor zich, dat rad slaat op het op een hoge paal gemonteerde wiel waarop een veroordeelde na zijn executie werd geëxposeerd en aan de elementen en de vogels werd overgelaten tot er alleen nog wat botten onderaan de paal lagen. Zo'n rad of wiel werd ook gebruikt voor een van de meest wrede straffen — het radbraken (het breken van de ledematen). De straffen werden in de openbaarheid voltrokken. Er kwam doorgaans veel publiek op af en dat is op het overgeleverde beeldmateriaal duidelijk te zien.

Executies en ook lijfstraffen werden in de Nieuwe tijd — de tijd na de Middeleeuwen - dus niet aan het oog onttrokken, maar waren voor iedereen zichtbaar. Dat was in Nederland niet anders dan in de rest van Europa. Vaak werd een plek gekozen die naast een doorgaande weg lag, op een hoogte en meer dan eens werden executieplaatsen ruimtelijk gecombineerd met andere beladen activiteiten als leprozenopvang en dumpplaatsen van de kadavers van paarden, runderen, varkens en honden. Zwitserse archeologen hebben bij de opgraving Emmenbrücke bij Luzern, waar de galg direct naast de vilderij lag, veroordeelden en dieren in één en dezelfde kuil aangetroffen. Die vermenging van mens en dier hoorde bij de vernedering. De openbare executies en de soms langdurige expositie van de menselijke kadavers daarna hadden tot doel potentiële wetsovertreders af te schrikken, executies als een soort 'theater van de afschrikking'. Oog om oog was het uitgangspunt van de rechtspraak en van resocialisatie van de daders was geen sprake.


De Gerechtsplaats in Assen

De doodstraf en lijfstraffen staan vandaag de dag ver van het Nederlandse bed. We horen alleen over de doodstraf op tv of we worden ermee geconfronteerd in de krant. Of het nu gaat om geselen, ophangen of stenigen, vaak is het een openbare aangelegenheid waar omstanders de beul kunnen aanmoedigen of zelfs een handje meehelpen. Schokkend was een krantenfoto van een recente executie in Somalië, waar een tot zijn middel ingegraven, overspelige man op het punt staat met stenen doodgegooid te worden. Wij beschouwen dit als barbaarse handelingen, maar het is nog maar relatief kort geleden dat we zelf op de centrale gerechtsplaats van de Landschap Drenthe openbare executies uitvoerden die in wreedheid hier niet voor onderdeden.

De plek ligt op de hoek van de Groningerstraat en de Kloekhorststraat in Assen, waar nu het appartementencomplex De Hoge Horst staat. Tussen 1650 en 1795 werden zelfmoordenaars hierheen gesleept op een horde en dieven, brandstichters, verkrachters en moordenaars werden er opgehangen, gewurgd of verloren er hun hoofd (dat vaak op een staak werd gespietst). Veel anderen kwamen weg met geselen, brandmerken en verbanning. De historische bronnen over al deze zaken zijn uitvoerig door amateurhistoricus Henk Luning bestudeerd. Zijn alertheid leidde uiteindelijk in 2004 tot het archeologisch onderzoek op deze plek. Het gravend onderzoek heeft de historische bronnen kunnen bevestigen en aanvullen. Er kwamen grafkisten tevoorschijn, maar ook de palen van een galg en expositieraden. Dankzij jaarringonderzoek konden die palen soms op het jaar nauwkeurig gedateerd worden. Behalve de galg in Assen functioneerden er in die tijd ook nog galgen in de heerlijkheden Hoogersmilde, Ruinen en de vesting Coevorden


Galgenbergen

Maar ook vóór de periode waarin de Gerechtsplaats in Assen functioneerde, vonden er executies plaats en werden de stoffelijke overschotten tentoongesteld. We hebben het dan over de Middeleeuwen. Uit die tijd kennen we allerlei veldnamen die verwijzen naar executieplaatsen, zoals bijvoorbeeld 'Galg' in Gasselte of 'Galgwanderveen' bij Eext, of 'Radakker' bij Buinen. En dan zijn er de 'galgenbergen' die her in der nog in het landschap liggen, zoals die bij Westerbork, Sleen, Anloo en Balloo. Die van Balloo ligt langs een doorgaande route - het karrenspoor dat van Rolde naar Gasteren leidde.

De gehangenen maakten aan de reizigers duidelijk dat in het betreffende gebied het recht werd gehandhaafd en dat men zich twee keer moest bedenken voordat men de regels overtrad. De veroordeelden vervielen tot skeletten en soms werden de overblijfselen bovenin de heuvel begraven. Op niet al te grote afstand van de Ballooër Galgenberg ligt de Stakenberg en ook deze ligt langs de doorgaande weg. Het is heel wel denkbaar dat de heuvel Stakenberg heet omdat er staken stonden met daarop de hoofden van onthoofde wetsovertreders.


De Galgenberg van Westerbork

Sinds kort heeft Stichting Het Drentse Landschap een van de bekende gal¬genbergen onder haar hoede, namelijk die van Westerbork die ze in 2009 heeft overgedragen gekregen van de Stichting Oud Drenthe. Deze galgenberg ligt ongeveer 2 km ten zuidoosten van de kerk van Westerbork. Een smal paadje voert vanaf de verharde weg (Westerborkerveld) naar de bijna 1,5 m hoge heuvel. In 1934 onderzocht Van Giffen de heuvel, althans wat er van over was. Bij het slechten van de heuvel was men op hout- en skeletresten gestuit, waarna het Biologisch-Archaeologisch Instituut gewaarschuwd werd. De opgraver stelde vast dat de kern van het grafmonument uit het Laat-Neolithicum stamt. In de grafkuil, die in het centrum van een kringgreppel lag, werden enkele stuks vuursteen aangetroffen.

De heuvel werd in de Midden-Bronstijd met plaggen vergroot en opgehoogd en met een dubbele paalkrans omgeven. Deze paalkrans had een diameter van 13,3 m. Het bijbehorend graf is niet aangetroffen. De hout- en skeletresten geven aan dat de heuvel niet ten onrechte de naam Galgenberg draagt. Van Giffen schrijft daar letterlijk over: '(...) vonden wij (...) op drie plaatsen de trieste overblijfselen van blijkbaar indertijd terechtgestelden, wier lijken men destijds op zichtbaar ruwe wijze boven in den heuvel had begraven.' Het paalrestant waarvan sprake is, zou volgens Van Giffen even zuidelijk van het heuvelmidden zijn ontdekt. Hij heeft het hout zelf nooit gezien, omdat het toen al was opgeruimd. Op zijn beurt lijkt hij de skeletresten niet bewaard te hebben; ze zijn in ieder geval nooit aan het Drents Museum overgedragen. De heuvel ligt enkele honderden meters ten westen van de markegrens tussen Westerbork en Orvelte, ca. 250 m oostelijk van de weg die op de Franse kaart Westerbork met het zuidelijk daarvan gelegen Garminge verbindt.


Heuvel 1 op het Landgoed Hooghalen

De Stichting Het Drentse Landschap mag nog een andere interessante heuvel tot haar bezittingen rekenen, namelijk heuvel 1 op het Landgoed Hooghalen. De heuvel zelf, 18,5 m groot en 2,1 m hoog, gaat terug tot het Laat-Neolithicum (klokbekergraf), werd in de eerste helft van de Midden-Bronstijd opgehoogd en in de tweede helft daarvan nogmaals, waarbij er een wijdgestelde paalkrans omheen werd gezet. Uit de derde fase dateren, behalve een centraal graf met een bijl als grafgift, een reeks van negen nabijzettingen. Voor ons is het kuiltje in de top het meest interessant, want dat bevatte skeletresten van een man in de leeftijd van 20-25 jaar. De 14C-datering wijst uit dat hij in de 14de eeuw geleefd heeft. Relevant is verder dat in de zuidwestvoet van de grafheuvel subrecente, oost-west gerichte karrensporen werden waargenomen die verband houden met de oude weg Groningen -Steenwijk (die aan het eind van de 18 eeuw buiten gebruik raakte). De heuvel ligt op slechts 250 m afstand van de markegrens tussen Halen en Hijken.


Beschrijving boek 'Over galg en rad'

De lezer wordt in het boek ‘Over galg en rad’ meegenomen vanaf het begin van de jaartelling, de periode waaruit een groot aantal van de veenlijken stammen, zoals het meisje van Yde en het paar van Weerdinge. Via de in de Middeleeuwen tot galgenbergen getransformeerde grafheuvels en het onderzoek naar het leven van de daarin begraven criminelen, voert de tocht naar de in de 17de eeuw in Assen ingerichte centrale gerechtsplaats van de Landschap Drenthe (tegenwoordig de provincie Drenthe). De opgraving van deze executieplaats in 2003/2004 heeft, in combinatie met historisch bronnenonderzoek, nieuwe informatie opgeleverd over de omgang met wetsovertreders in de Nieuwe Tijd.

Het boek is rijk geïllustreerd met kaarten en foto’s; veel van de foto’s zijn speciaal voor het boek gemaakt. De publicatie is niet alleen relevant voor archeologen en historici, maar voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van Drenthe.

ISBN: 9789040085758


Bewuste keuze

Opvallend is dat de heuvels die Galgenberg heten of waarin menselijke resten uit de Middeleeuwen zijn aangetroffen, allemaal prehistorische grafheuvels zijn. Het is niet waarschijnlijk dat hier van toeval sprake is. Veeleer valt bij het begraven van christelijke misdadigers in heidense heuvels te denken aan een bewuste handeling, in de hoop en verwachting dat ze tot in de eeuwigheid door de geheimzinnige creaturen die in die heuvels huisden -dominee Johan Picardts 'Witte wieven', de spreekbuizen van de duivel - zouden worden gekweld. Een straf tot over de grenzen van de dood dus. Ook het feit dat die heuvels vaak bij markegrenzen liggen, is geen toeval. Het symboliseert de ruimtelijke verdrijving van de veroordeelden naar de uiterste rand van de samenleving. Zo bieden deze jonge begravingen in prehistorische grafheuvels ons dus een kijkje in de gedachtewereld van de middeleeuwse Drent. Illustratie uit het boek Antiquiteten (1660) van dominee Johan Picardt waarop te zien is dat er (volgens Picardt) Witte Wieven in holle grafheuvels huisden


Bronvermelding:

'Het Drentse Landschap'. Sept. 2010, nummer 67. Een artikel van Wijnand van der Sanden, provinciaal archeoloog en verbonden aan het Drents Plateau..






© 2006-2009 www.mijn-eigen-website.nl